Laatste nieuws
UvA begint in januari met meten stikstofdepositie
8-11-2019, Wetenschappers van de Universiteit van Amsterdam (UvA) gaan in opdracht van Mesdag Zuivelfonds de stikstofdepositie rond melkveehouderijen en in natuurgebieden meten. Hierbij worden methoden ingezet die daadwerkelijk de stikstofdepositie op de bodem bepalen. Mesdag Zuivelfonds wil weten tot welke afstand van de boerderijen de ammoniak neerslaat en om hoeveel stikstof het gaat. Tot nu toe worden beide zaken berekend met modellen. Vandaag werd de overeenkomst tussen Mesdag Zuivelfonds en de UvA getekend (zie foto).
v.l.n.r. Albert Tietema (onderzoeker, UvA), Jan Cees Vogelaar (voorzitter Mesdagfonds) en Annemarie van Wezel (Scientific Director IBED, UvA)
Onderzoekers dr. Albert Tietema, dr. ir. Emiel van Loon en prof. dr. Roland Bol, van het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED) van de UvA, richten zich in eerste instantie op het meten van de verspreiding van de depositie rond twee melkveehouderijen. In de buurt van beide bedrijven is een natuurterrein (heide of bos) aanwezig. Het onderzoek is erop gericht om het verspreidingspatroon van de stikstofdepositie rond de bron vast te stellen. Hoever reikt de invloed van het bedrijf? Is het een kwestie van kilometers en worden kwetsbare natuurgebieden beïnvloed? Of gaat het om een paar honderd meter, waardoor de meeste stikstof op het boerenerf terechtkomt?
In het onderzoek zal worden gewerkt met verschillende meetmethoden, waaronder bio-monitoren. Dat zijn potten met planten op een bodem waar stikstof de limiterende factor voor groei is. Die planten zullen reageren op de hoeveelheid stikstofdepositie: ze zullen harder groeien en de stikstofconcentratie zal toenemen. Daarnaast maken de onderzoekers gebruik van het feit dat er twee verschillende vormen (isotopen) van stikstof bestaan en dat elke bron (landbouw of verkeer) een andere verhouding van deze twee vormen heeft. Als één bron overheerst in de depositie, zullen de planten in de bio-monitor ook de verhouding in stikstof van deze bron aannemen, want de stikstof komt van deze bron. Dit zijn kleine verschillen, maar goed te meten. Het onderzoek zal 3 jaar duren. Er is inhoudelijk contact met het RIVM over dit onderzoek.
Noodzaak en uitnodiging
Het onderzoek moet duidelijk maken onder welke omstandigheden stikstof op de natuur terecht komt. De verwachting is dat dit onderzoek gaat bijdragen aan het ontwikkelen van een beter onderbouwd stikstofbeleid. Vanwege de urgentie van het stikstofvraagstuk, heeft Mesdag Zuivelfonds de UvA verzocht zo snel mogelijk te starten met het meetonderzoek. Mesdag Zuivelfonds nodigt boerenorganisaties, overheden en het bedrijfsleven nadrukkelijk uit aan te sluiten bij dit onderzoek[1]). Geïnteresseerde organisaties kunnen contact opnemen met het Mesdagfonds.
v.l.n.r. Albert Tietema (onderzoeker, UvA), Jan Cees Vogelaar (voorzitter Mesdagfonds) en Annemarie van Wezel (Scientific Director IBED, UvA)
Onderzoekers dr. Albert Tietema, dr. ir. Emiel van Loon en prof. dr. Roland Bol, van het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED) van de UvA, richten zich in eerste instantie op het meten van de verspreiding van de depositie rond twee melkveehouderijen. In de buurt van beide bedrijven is een natuurterrein (heide of bos) aanwezig. Het onderzoek is erop gericht om het verspreidingspatroon van de stikstofdepositie rond de bron vast te stellen. Hoever reikt de invloed van het bedrijf? Is het een kwestie van kilometers en worden kwetsbare natuurgebieden beïnvloed? Of gaat het om een paar honderd meter, waardoor de meeste stikstof op het boerenerf terechtkomt?
In het onderzoek zal worden gewerkt met verschillende meetmethoden, waaronder bio-monitoren. Dat zijn potten met planten op een bodem waar stikstof de limiterende factor voor groei is. Die planten zullen reageren op de hoeveelheid stikstofdepositie: ze zullen harder groeien en de stikstofconcentratie zal toenemen. Daarnaast maken de onderzoekers gebruik van het feit dat er twee verschillende vormen (isotopen) van stikstof bestaan en dat elke bron (landbouw of verkeer) een andere verhouding van deze twee vormen heeft. Als één bron overheerst in de depositie, zullen de planten in de bio-monitor ook de verhouding in stikstof van deze bron aannemen, want de stikstof komt van deze bron. Dit zijn kleine verschillen, maar goed te meten. Het onderzoek zal 3 jaar duren. Er is inhoudelijk contact met het RIVM over dit onderzoek.
Noodzaak en uitnodiging
Het onderzoek moet duidelijk maken onder welke omstandigheden stikstof op de natuur terecht komt. De verwachting is dat dit onderzoek gaat bijdragen aan het ontwikkelen van een beter onderbouwd stikstofbeleid. Vanwege de urgentie van het stikstofvraagstuk, heeft Mesdag Zuivelfonds de UvA verzocht zo snel mogelijk te starten met het meetonderzoek. Mesdag Zuivelfonds nodigt boerenorganisaties, overheden en het bedrijfsleven nadrukkelijk uit aan te sluiten bij dit onderzoek[1]). Geïnteresseerde organisaties kunnen contact opnemen met het Mesdagfonds.
[1]) Partijen hebben geen invloed op de wetenschappelijke aanpak. Die wordt gegarandeerd door de UvA.